Mijn ouders (vervolg)
Hoe jong ik was toen de mishandelingen begonnen, weet ik niet. Waarschijnlijk al toen ik nog een baby was. De verhouding met mijn moeder is altijd slecht geweest. Ik heb heel vaak gezegd: "Volgens mij was het al oorlog toen ik nog in d'r buik zat". Was ik misschien ongewenst? Was het een moeilijke bevalling geweest? Broertjes of zusjes zijn er nooit gekomen. Ik was ook geen "moetje". Mijn ouders trouwden in december 1950 en in oktober 1951 werd ik geboren. Vragen, vragen, vragen. De mishandelingen gingen door tot en met dat moment dat ik op de vorige pagina heb beschreven. Maar er bleven altijd die gemene kleine dingetjes. Onder tafel tegen m'n benen trappen. Als we in de stad liepen in mijn armen knijpen, en zo meer. Heel vaak ben ik van de trap gerold. Opvallend vaak. Te vaak. Was hier opzet in het spel? De keren dat het gebeurde stond ze altijd achter me. Geduwd? De dokter mocht ook dan niet komen. Tot die ene keer dat ik doodstil bleef liggen. Toen de dokter zich over me heen boog, stond ik op en heb ik gezegd: "Ha, die dok". Ik heb nadien een geweldig pak rammel gekregen, dat ik ook niet meer vergeet. Dit verhaal is me later verteld door de typiste van mijn vader. Na die keer waren de buitelingen va de trap voorbij. Heeft de arts iets vermoed? Is ze geschrokken van haar eigen gedrag? Het kantoor van de typiste èn het kantoor van mijn vader waren twee toevluchtsoorden waar ik heel vaak heen ben gevlucht. Bij de typiste kon dat alleen als daar iemand zat te wachten die een afspraak met mijn vader had en nog even moest wachten. De deur was dan altijd dicht en mijn moeder ging daar dan nooit naar binnen. Maar de meest veilige plek was wel papa's kantoor. Verboden terrein. Maar in noodgevallen niet. Meestal voerde hij gesprekken met mensen over van alles: echtscheidingen, verkavelingen, adopties. Nog geen specialismen. Nee, alles. Maar zijn voorliefde lag toch wel bij de adopties. Een groot kantoor met heel veel boekenkasten en boeken. Met een groot bureau waarop ook allemaal boeken en papieren. Maar onder dat buro was mijn schuilplaats. Als ik "onraad" vermoedde bij mijn moeder was een klein tikje tegen de kantoordeur voldoende om gelijk de deur open te doen, naar binnen te glippen en linea recta onder het buro te verdwijnen. Ma zou me nooit achterna komen: dat hoorde niet als mijn vader gesprekken voerde. Was de klant weg dan deed ik mijn verhaal en liep rustig naar beneden om ongezien de woonkamer in te glippen en met mijn poppen te gaan spelen. Ma was altijd druk met het huishouden, had geen tijd om op me te letten of met mij leuke dingen te doen. Nee, werken,werken, werken. En maar kermen en klagen dat ze het zo druk had, dat zij de enige was op de wereld die zich hele dagen uit de naad werkte, dat er nooit eens iemand was die haar hielp.........Maar als ik dan zei dat ik makkelijk mee kon helpen of aanbood om bijvoorbeeld af te wassen luidde het antwoord steevast: "Nee. Dan kan ik het beter zelf doen want dat wordt toch niks". Of: "Doe toch ook eens wat in plaats van een boek te lezen". Ging ik op eigen initiatief iets doen dan werd dat me prompt ontnomen omdat ze vond dat ze het zelf beter kon. Koken mocht ik niet. Wat dan weer wel de opmerking gaf : "Hoe dat later moet als jij op kamers zit...." Enerzijds moest ik helpen en tegelijk mocht het niet. Geen wonder dat ik steeds onzekerder werd. En altijd opmerkingen waar anderen bij waren: "Knipper niet zo met je ogen. Blijf van je neus af. Zit niet voortdurend aan je oor te trekken. Wrijf niet in je ogen. Niet aan je haar zitten draaien. Adem door je neus en niet door je mond. Zit niet op je nagels te bijten. Zit niet aan je nagels te frunniken. Niet met je benen wiebelen. Rechtop zitten. Benen over elkaar....."De lijst is nog lang niet compleet. Na het woord werd in de loop van de dag ook de daad hier bijgevoegd: klappen. Niet te verwonderen dat ik vreselijk onzeker werd. Hoe stond mijn vader daar tegen over? Deed die niets? Greep die niet in? Ik heb er nooit echt iets van gemerkt. Maar het zal ongetwijfeld wel tussen mijn ouders besproken zijn. Maar mijn vader was ook absoluut niet opgewassen tegen mijn moeder. Hij zou het altijd voor me opnemen, iets wat hem dan ook meestal duur kwam te staan. De verhouding met mijn vader is altijd buitengewoon goed geweest. Langzamerhand ging bij mij de angst overheersen. Angst voor klappen, maar ook angst voor al die onzekerheid. Huilen kon ik al lang niet meer. Mijn tranen heeft ze er uitgeslagen. Huilen mocht ik niet want dan kreeg ik alleen maar meer klappen en schoppen. Sprak ik daar dan nooit met iemand over? NEE, NEE, NEE EN NOG EENS NEE. Dat was streng verboden, weet u het nog. Wat zich binnen de vier muren van ons huis afspeelde bleef ook binnen die vier muren. Bovendien: ik kende niet anders. Voor mij was dat de normale gang van zaken. Ik vroeg me ook niet af of het er bij andere kinderen ook zo aan toe ging. Maar naarmate ik vaker bij mijn vriendinnetje over de vloer kwam had ik wel in de gaten dat het er daar heel anders aan toe ging. Geen mopperende moeder, wel kinderen die meehielpen in het huishouden en die hun eigen taakjes hadden, terwijl er na schooltijd een moeder was waar je thee van kreeg, die vroeg hoe het op school was geweest en waar tijd was om (gezelschaps)spelletjes te doen. En dat ondanks het feit dat het een groot gezin was. Maar ook daar vertelde ik niets. Ik heb ook nooit geleerd om echt te praten, om mijn hart eens uit te storten. Dat is me wel opgebroken door nergens maar dan ook nergens met wie dan ook over te praten. Alles opkroppen. Tegelijk zou je alles eruit willen gooien maar ik zou niet weten hoe dat moest. Ik durfde zelfs nergens mijn mening over te geven, bang dat ik verkeerde dingen zou zeggen en uitgelachen zou worden. Dat gebeurde ook in de klas. Geen antwoord geven op gestelde vragen, terwijl ik de antwoorden wel wist. "Werken op papier" was voor mij dan ook ideaal. Ik was een goede leerling.
Ik had het gevoel NOOIT, MAAR DAN OOK NOOIT IETS GOED TE DOEN. Altijd liep ze op me te vitten. Nee, dat was niet leuk. Maar naar de buitenwereld toe was ik de perfecte dochter die het later wel "eens eventjes zou gaan maken". Ik zou mijn vader opvolgen als advocaat en wie weet zat rechter er ook wel in.....Na de lagere school het gymnasium en dan rechten gaan studeren. O, ze had mijn toekomst al helemaal uitgestippeld. Hoe anders zou het lopen....
Maak jouw eigen website met JouwWeb